Ben Kamp bracht zijn jeugd door in Haarlem als zoon van een meesterbakker in de Jansstraat. Na de lagere school volgde Kamp vanaf 1897 onderwijs op de Haarlemse Kunstnijverheidsschool, waar hij een gedegen opleiding volgde en deze in 1902 met het diploma van decoratieschilder afrondde.

Samen met verscheidene studiegenoten werd Kamp lid van de Haarlemse Schildervereniging KZOD, “Kunst Zij Ons Doel”. Hier is hij bijna vijftig jaar aan verbonden geweest.

Kamp werkte enige tijd bij het gerenommeerde architectenbureau, annex kunstnijverheidsatelier van Eduard Cuypers in Amsterdam. Hier ontwierp Kamp onder meer glas-in-lood ramen en in latere jaren op doek geschilderde wanddecoraties en diverse tegeltableaus.

In 1915 werd Kamp benaderd om leraar te worden bij de decoratieve afdeling van de Haarlemse Kunstnijverheidsschool. Hier doceerde hij onder meer de vervaardiging van glas-in-lood en het ontwerpen van affiches. Tot zijn leerlingen behoorden bekende kunstenaars als M.C. Escher. Ben Kamp was een mentor voor velen, die naderhand in de kunst hun levensvervulling hebben gevonden. Hij stond bekend bij zijn leerlingen als een aimabel mens, wars van gewichtigdoenerij en begiftigd met heel veel vakkennis.

De crisistijd noopte hem, bij uitblijven van geldelijke steun van de overheid, uit te zien naar een andere werkkring. Een betrekking bij het bekende Haarlems glas-in-lood Atelier Sabelis bracht in 1926 uitkomst en daar ontstonden diverse ontwerpen van zijn hand. Hij was toen vooral bezig met het maken van houtsneden, het brandschilderen van glas, het ontwerpen van glas-in-lood medaillons en het werken met potlood. In 1932 kwam Kamp echter weer zonder werk. De enige inkomsten kwamen uit een kleine toelage wachtgeld. Rond 1933 vestigde Kamp zich als vrij kunstenaar, of liever gezegd: gedwongen door de omstandigheden. Een kans op een baan in de kunstsector was er nauwelijks in die crisisjaren. Kamp was in die periode zeer productief en maakte toen ook zijn meeste houtsneden, tekeningen, aquarellen en olieverfschilderijen. Na vanaf 1923 in Driehuis tien jaar te hebben gewoond keerde Kamp terug naar Haarlem, aangezien hij daar meer opdrachten kon verwachten.

Rechts het affiche uit 1924, afkomstig uit ons archief en ontworpen door Hermanus Davinus Heuff (1875-1945), een goede vriend van Ben Kamp. Hiermee werd destijds het elektrisch vervoer groots aangekondigd. Formaat 106×76 cm en gedrukt in Amsterdam bij de firma Kotting,
bereikbaar op het toen gangbare 4-cijferige abonneenummer 3520.

In 1935 werd Kamps vriend en collega-kunstenaar Herman Heuff, beide kunstenaars en lid van het Haarlems tekencollege “Kunst Zij Ons Doel”, getroffen door een oogziekte. Als gevolg hiervan werd hij blind en was hij niet langer in staat zijn beroep uit te oefenen. Heuff had ook jarenlang reclame-werk voor de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij getekend, maar moest dit werk opgeven. Hij stelde aan NZH-directeur ir. W.J. Burgersdijk voor deze werkzaamheden door Ben Kamp te laten overnemen.

Links één van de eerste opdrachten voor de NZH, de omslag van de winterienstregeling 1935/1936. De omslagontwerpen van Kamp, gedrukt in de periode 1935-1953, hadden gewoonlijk een formaat van 10×15 cm.

De heer Burgersdijk stemde daarmee in en Kamp werd benoemd tot “esthetisch adviseur”. Dit hield in dat hij tweemaal per jaar de omslag en het plaatwerk van de zomer- en winterdienstregelingen moest ontwerpen en tevens affiches moest verzorgen. Het jaarsalaris bedroeg vijfhonderd gulden met daarbij een vrij-reizen-kaart. Zodoende was hij ook in de gelegenheid om schilderachtige plaatsen in het Waterland te bezoeken en deze op het doek vast te leggen.

Enige van zijn werken zijn aangekocht door het Rijks- en Gemeentearchief te Haarlem. In 1938 kreeg Kamp opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor het vervaardigen van veertien aquarellen van bouwwerken, die tijdens de veertig regeringsjaren van Koningin Wilhelmina door Monumentenzorg waren gerestaureerd.

Deze collectie ging onder meer naar de Wereldtentoonstelling in New York en is daarna in het bezit gekomen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist.
In de laatste periode van zijn leven werd Kamp getroffen door ziekten, die een stempel drukten op zijn bezigheden. Tot het laatst toe trachtte hij aan het werk te blijven, maar benauwdheden belemmerden hem hiertoe. In januari 1953 overleed hij na een bewogen en zeer productief leven.

(Bron: brochure J.B. Kamp, 1884-1953, uitgave van de Stichting Felison, Velsen, 1983).

Ons genootschap heeft deze door Ben Kamp in de jaren ’30 vervaardigde originele ontwerpen verkregen. Opvallend is dat Kamp, vanaf het begin in dienst bij het trambedrijf, de basis heeft gelegd voor het NZH-logo dat tot het laatst toe in gebruik is gebleven. Overigens heeft de NZH van deze ontwerpen geen gebruik gemaakt.