Het in het begin van de vorige eeuw toegenomen reizigersvervoer noodzaakte de NHT om vijf rijtuigen te bestellen bij Allan & Co. in Rotterdam. Aflevering van de eerste drie rijtuigen vond plaats in 1914.
Door verschillen van inzicht over de plaats en inrichting van een postcoupé werden de overige twee rijtuigen (NHTM nr. 12 en 13) pas een jaar later afgeleverd.
Het rijtuig bevatte 34 zit- en 12 staanplaatsen. De eerste- en tweedeklasse compartimenten waren in het midden gescheiden door een postcoupé met een toegangsdeur in één van de zijwanden. Oorspronkelijk was het rijtuig voorzien van stoomverwarming, petroleumverlichting en een vacuümrem. In 1927 werd in het rijtuig elektrische verlichting aangebracht.
Op 15 en 28 maart 2013 werd het compartiment van de BY 13 met assistentie van het museumpersoneel voor transport gereed gemaakt en op donderdagmiddag 11 april naar ons depot in Delft overgebracht. Hiervoor werd een vrachtauto met laadklep ingezet om de zwaargewicht te vervoeren.
Klik op de foto’s voor een vergroting.
Na overname door de NZH in 1932 werd het rijtuig vernummerd in BY13 en geschikt gemaakt voor elektrische tractie. Dit betekende onder meer dat de stoomverwarming werd vervangen door elektrische verwarming en de vacuümrem door een luchtdrukrem.
Het rijtuig behoorde in feite tot het nieuwste materieel van de Waterlandse tram en heeft vanuit het tramstation Amsterdam-Noord tot 1949 dienstgedaan op de lijn naar Purmerend en tot 1956 via Broek in Waterland, Monnickendam en Edam naar Volendam.
Na de opheffing van de Waterlandse tram werd in het najaar van 1956 een compartiment van het rijtuig op verzoek door de Noord-Zuid-Hollandse Vervoer Maatschappij overgedragen aan het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem. In één van de expositiezalen van het museum werd het compartiment opgesteld en ingericht met figuren in klederdracht. Het moest daar een tafereel uitbeelden van het reizen door een Marker familie naar Amsterdam, waar eilanders vaak inkopen deden.
Het compartiment werd na afloop van die tentoonstelling in 1958 overgenomen door het Legermuseum in Leiden om daar als decorstuk te dienen voor het vervoer van militairen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Medio jaren tachtig van de vorige eeuw verhuisde het Legermuseum naar Delft en werd het compartiment op de eerste etage opgesteld, waar een aangepaste vitrine voor het compartiment werd geconstrueerd.
In de loop van 2013 werd het Legermuseum verplaatst naar Soesterberg, waar het museum is samengaan met het Militaire Luchtvaart Museum in een nieuw Nationaal Militair Museum. Dit nieuw te bouwen museum opende in het najaar van 2014 zijn deuren voor het publiek. Voor bepaalde objecten en expositiematerialen was echter geen plaats meer in het nieuwe museum. Dit was de reden dat op 17 december 2012 museumorganisaties waren uitgenodigd hun interesse hiervoor te laten blijken. Onze stichting kreeg het tramrijtuigdeel toegewezen, alsmede een lessenaarvitrine en enige figuren.

NHTM-rijtuig No 12 (Allan R’dam 1915), het latere NZH-rijtuig BY 13.
Mobilisatie en neutraliteit 1914-1918
Op 31 juli 1914 besloot Nederland door de grote oorlogsdreiging haar troepen te mobiliseren. Voor het verzamelen van de 200.000 militairen waren de spoorwegen essentieel. Op 1 en 2 augustus vervoerden de spoorwegen 156.000 soldaten en 6500 paarden. Al op 4 augustus waren de meeste eenheden al paraat en op hun plek. De meeste militairen waren overhaast opgeroepen en niemand wist hoe lang de mobilisatie zou duren. De uniformering van de troepen liep sterk uiteen: sommigen waren uitgerust met de nieuwste veldgrijze uniformen, anderen moesten het oude blauwe uniform afdragen. De meesten werden ingezet voor de bewaking van strategische punten en bij forten. Ongeveer 90.000 militairen behoorden tot het veldleger.
Na de opheffing van de Waterlandse tram werd in het najaar van 1956 een compartiment van het rijtuig op verzoek door de Noord-Zuid-Hollandse Vervoer Maatschappij overgedragen aan het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem. In één van de expositiezalen van het museum werd het compartiment opgesteld en ingericht met figuren in klederdracht. Het moest daar een tafereel uitbeelden van het reizen door een Marker familie naar Amsterdam, waar de eilanders vaak inkopen deden.

Het uitgenomen deel van de BY13. Foto: J.C. de Jongh.
Het is de bedoeling het bijna 100 jaar oude compartiment op termijn te restaureren en zodanig aan te passen dat het bij toekomstige exposities op eenvoudiger wijze kan worden vervoerd. Getracht zal worden een ervaren timmerman/meubelmaker op basis van vrijwilligheid hiervoor te interesseren. Mocht dat niet lukken, dan zal de mogelijkheid worden onderzocht het compartiment als leerobject te laten restaureren.
Een kwart van het rijtuig zoals dat momenteel aanwezig is bij Het Genootschap De Blauwe Tram.
Klik op de foto’s voor een vergroting.

Op deze foto is goed te zien hoe het rijtuig er uitziet.


Trambank uit Waterlandrijtuig BY13. Foto Han Geijp.

Onderhoud aan de trambanken van de BY13. Foto Han Geijp.


Tramstation Volendam, motorrijtuig A 29 + rijtuig BY 13, gereed voor vertrek naar Amsterdam, 21 juni 1944. Fotograaf Jan Voerman.

Amsterdam/Noord, motorrijtuig A 23 bij de remise met links een motorrijtuig van de serie A 74-77 met 2 BY-rijtuigen. Fotograaf onbekend.

Bak van rijtuig BY 12 in gebruik als noodwoning in de buurt van De Meern (Ut.), 22 sept. 1964. Foto Luud Albers.†

De nozems van toen… Fotograaf onbekend.
Uit de collectie van het Historisch Genootschap

















