Volendam
Het emplacement Volendam is in de periode 1906-1956 vele malen gewijzigd. De normaalsporige stoomtram Kwadijk-Edam-Volendam is gaan rijden in 1906. De tramlijn is het eigendom van de HSM maar wordt beheerd door de Tweede Noord-Hollandsche Tramweg-Mij. De lijn is bereden met tramlocomotieven en -rijtuigen van de HSM onder leiding van de TNHT. Tot 1931 zijn dat de NS-tramlocs nummers 23, 28 en 29. Vanaf 1931 rijdt er trammaterieel dat voor 1931 is ingezet op de voormalige NCS-tramlijnen, Zwolle-Hattemerbroek-Wezep-Oldebroek-Elburg-Nunspeet respectievelijk Wezep-De Zande-Kampen zuid. Na 1931 zijn dat de NS-tramlocs 41-43.

Nadat de trams van de NZH op 1 december 1932 Volendam konden bereiken, is de reizigersdienst door NS ingekort tot het traject Kwadijk-Edam. Op 15 mei 1933 is op dit traject de NS-stoomtramdienst gestaakt. Vervolgens is het gedaan met de stoomtramlocomotieven. Zij zijn vervangen door de NS-lokaalspoorlocs 7700, die bekend staan als de “Bello”. De door “Bello” getrokken goederentrams zijn tot 20 juli 1944 ingezet. Daarna is de lijn op, last van de Duitse bezetter, opgeheven. NS-stoomloc 7711 rijdt voor het laatst een dienst.

De komst van de elektrische smalspoortram betekent een herziening van het Volendamse emplacement.
In Volendam is weinig plaats en is besloten, het voor het omlopen benodigde derde spoor, pal naast het normaalspoor een omloopspoor voor de stoomtram uit Kwadijk aan te leggen. Dit heeft tot gevolg dat als de stoomtram op het omloopspoor staat, de elektrische trams van de NZH niet via het daarnaast gelegen spoor kunnen rangeren. Als er een tram is, kan of mag de andere daar niet zijn. Goede afspraken maken is noodzakelijk. Dat is een taak van de haltechef in samenspraak met de haltechef van Kwadijk en Edam.
Dit mooie plaatje wil ik u niet onthouden…

Behalve een overzicht van het emplacement is het bijzondere aan de foto hieronder,de samenstelling van de zichtbare tram. Deze tram bestaat uit twee motorrijtuigen, namelijk de A23 en A16 en een aanhangrijtuig B69,van oorsprong een schakeltramstel afkomstig van Amsterdam-Zandvoort. De A23 is echter niet gekoppeld aan de A16. De zichtbare veronderstelde tramsamenstelling heet in vakjargon AAB. Dit in tegenstelling tot wat gebruikelijk is op de lijn Amsterdam-Zandvoort, daar is namelijk gereden in ABA of ABAA combinaties. Dat de tram zo is samengesteld heeft te maken met het enkelspoorbeveiligingssysteem van Ir.Doyer die in Waterland is gebruikt.


Afkortingen in de tekening: J=inrijschaats, U=uitrijschaats, G=groen (voorbijrijden toegestaan), R=rood (stop).
In de geschetste situatie rijdt een tram van links naar rechts. De stroomafnemer heeft zojuist met inrijschaats J1 contact gemaakt. Hierdoor is het groene licht van het linker sein G voor de tram en het rode licht van het linker sein R achter, de tram opgelicht. Het rode licht van het rechter sein R gaat aan.
De rode seinen moeten voorkomen dat volg- of tegentrams het enkelsporige baanvak “nemen”. Als de tram geen groen licht krijgt, een situatie die zich voordoet als een tegentram op hetzelfde moment ook het enkelspoor wil nemen, dan mag de tram niet verder rijden en volgt overleg met de haltechef waaronder dit baanvak valt. Zodra met de uitrijschaats U1 contact wordt gemaakt wordt de ruststand bereikt waarbij alle seinen uit gaan. Van de twee van A naar B lopende leidingen zorgt de bovenste leiding voor de lampenstroom. Namelijk voor het “tegen”sein bij B als een tram naar B gaat en voor het “tegen”sein bij A als een tram naar A gaat. De onderste leiding zorgt voor de relaisstroom, die is nodig voor het tot stand brengen van de ruststand. De plaats van de bovenleidingschaatsen is op de bovenleidingmasten aangegeven door een daarop geschilderde wit, paars, witte band.

In de linker bovenleiding is de inrijschaats en rechts de uitrijschaats te zien. Verder is op de mast met dubbele uithouder het groene gedoofde sein en links een paal met het rode sein (brandend, anders zou het personeel niet buiten staan) waar te nemen. De tram bestaat uit elektrisch motorrijtuig A77 en een By.

Een toeristische tram , dienst L1, “avant la lettre”. De Marken-Express, diensten L1 en L2, vervoert in de jaren vijftig veel, voornamelijk Amerikaanse, toeristen van Amsterdam naar Volendam. Voor dienst L1 is bijna altijd de A25 met By11 gebruikt.
Wist u dat in Volendam nog altijd een Stationstraat bestaat? En dat de inwoners van Volendam het eigenlijk nooit over de tram maar het spoor hadden?
Malieveld Den Haag. Prinsjesdag 20 september 1955
Fotograaf: P. van Rooijen.
Klik op de afbeeldingen voor grotere versies.









